Houden van mij

Houden van mij

 

Ik loop langs het Texelse wad, het is rustig, er is een handvol wandelaars en de zee is kalm. De wind is fris op mijn gezicht en ik kijk om mij heen. Zand, schelpen, zee, eindeloos kijken over het uitgestrekte strand. Ik ben op Texel, alleen, op mezelf, met mijzelf. Het is lang geleden dat ik alleen van huis was en het voelt raar, wat onwennig, licht plezierig. Ik loop omhoog, door de duinen en besluit een rondje te maken. Bovenop de ruige duinen zie ik in de verte Vlieland liggen, voor mij rent een konijntje weg.

Alleen ben ik en hoef mij nu niet bezig te houden met de verlangens van anderen, slechts met die van mijzelf. Ik kan doen wat ik wil en wanner ik het wel; rustig opstaan, rustig mijn ontbijt klaarmaken, rustig beslissen β€˜wat nu’. En wat nu, en wat nu. In alle rust, zonder plannen, meegaan in de stroom die van binnenuit ontstaat. De tijd staat stil. Ik mediteer, ik loop, ik eet, slaap, lees en ik schrijf. Mijn gemoed wisselt, soms vreugdevol, dan weer melancholiek, licht eenzaam dan weer één met alles om mij heen. Stilte en muziek worden afgewisseld. Ik luister naar Froukje, mijn dochter heeft mij aangeraden naar het laatste album te luisteren. De teksten zijn mooi, haar stem ook, met een beetje een hees randje.

Ik ben alleen op Texel en ik zorg voor mijzelf. In mijn dagelijks leven help ik anderen graag, het is mijn werk en ik geniet daar enorm van, het mooiste werk dat er is vind ik. Ook in ons gezin draag ik graag zorg, ik houd bijvoorbeeld erg van koken en heb het liefste mijn gezin compleet en dichtbij. Het verlangen om voor anderen te zorgen is universeel, het is een belangrijk en adaptief overlevingsmechanisme dat diepgeworteld is in onze menselijke natuur. Wij zijn sociale wezens en hebben een inherente neiging om relaties aan te gaan en voor elkaar te zorgen. Het geeft mij ook voldoening, een gevoel van verbinding, zingeving. Het helpt mij soms om de focus te verleggen van mijn eigen moeilijkheden naar het helpen van anderen. Maar ergens schuilt er een addertje onder het gras, namelijk mijn achtergrond en de angst die ik in mijn jeugd heb ontwikkeld, de angst om alleen gelaten te worden. Ik ben goed geworden in het aanvoelen wat anderen willen, wat anderen nodig hebben en daarop in te spelen zodat ik de kans verklein dat ik alleen kom te staan. Een poging om alsnog in een van mijn basisbehoeften te voorzien, liefdevolle aandacht en verbinding. Een overlevingsreactie, die mij overigens zeer goed heeft geholpen in het leven!

Maar wanneer is iets gezond en goed voor je, en wanneer wordt deze grens overschreden en is een oud, aangeleerd patroon niet meer behulpzaam? Wanneer verlies je een stukje van jezelf in interactie met anderen? Het voelen van deze grens is een lastige, maar belangrijke uitdaging voor mij. Onderzoeken en voelen wat ik, op dit moment van mijn leven, zelf nodig heb. De balans vinden in zorgen voor anderen en zorgen voor mijzelf, wat ook inhoudt dat ik duidelijker mijn grenzen en verlangens aangeef. Niet altijd β€˜ja’ zeggen als er een beroep op mij wordt gedaan. Mijn eigen ritme volgen. Het blijkt een mooie oefening hier op Texel, dat ik mag houden van mij.

Als ik mag houden van mij

Zoals ik hield van jou

En ik deed dat met liefde

Maar in verliefdheid verlies ik soms een stukje van mij

Want ik geef om jou

Dus ik gaf het je graag

Je hebt daar nooit om gevraagd

En misschien komt er weer ruimte met de tijd

Als ik kan houden van mij

(β€˜Houden van mij’, Froukje)

 

Geen reactie's

Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.